Er wordt aangenomen dat Halloween is ontstaan ​​uit het oude Keltische festival van Samhain, waarbij de Kelten geloofde dat geesten terugkeerden naar spoken de wereld. Ze zouden enorm bouwen vreugdevuren, draag kostuums en probeer hun toekomst te voorspellen.

Het feest ontstond nadat de Romeinen het grootste deel van het Keltische land hadden veroverd. Twee Romeinse festivals werden samengevoegd met de Keltische Samhain, waarvan één ter herdenking van de Romeinse godin van fruit en bomen Pomona, wiens symbool is de appel, wat een andere Halloween-traditie van dobberen voor appels kan verklaren. Apple ducking, zoals het op sommige plaatsen wordt genoemd, wordt gespeeld door een grote bak met water te vullen en er appels in te doen. Spelers moeten de appels dan alleen met hun tanden pakken.

Het christendom beïnvloedde de festiviteiten verder, Allerheiligen werd op 1 november gevierd en op 2 november werd Allerzielen gevierd, die, net als Samhain, de doden eert. Er wordt algemeen aangenomen dat de kerk het Keltische feest wilde vervangen door een meer christelijk passend feest. De viering van Allerzielen zelf lijkt in feite erg op Samhain, met grote vreugdevuren, parades en kostuums het merken de dag.

Omdat Allerheiligen ook bekend werd als All-Hallows Day, werd 31 oktober All-Hallows Eve, en nam uiteindelijk de naam aan die we vandaag kennen, Halloween.